Elektronica
Deze pagina is een beginnetje. Voeg informatie toe door deze pagina te bewerken. |
Het onderdeel van elektrotechniek dat zich bezighoudt met het gedrag van elektronen in actieve en passieve componenten. Het manipuleren van elektrische stromen en velden om hiermee informatie rond te sturen, energie te distribueren en te controleren. Kortom, alles dat deze wereld echt interessant maakt.
Knipperledschakeling
Om mensen een eerste kennismaking met elektrotechniek en solderen te bieden heeft Frack een klein kitje dat door beginners in elkaar gezet kan worden. Deze knipperledschakeling bevat een minimum aan componenten om toch een interessante en interactieve schakeling te bouwen.
Wet van Ohm
De wet van Ohm legt de relatie tussen spanning, weerstand en stroomsterkte uit. De wet luidt als volgt:
- De stroomsterkte door een geleider is recht evenredig met het potentiaalverschil tussen de uiteinden.
In symbolische notatie: U = I x R
Leds
Een led, ook wel lichtuitstralende diode is een elektrisch component dat licht uitzendt wanneer er in de juiste richting elektrische stroom door loopt. De spanning die nodig is om de led op te laten lichten is afhankelijk van de golflengte van het uitgestraalde licht. Hoe langer de golflengte, hoe lager de spanning. Infrarode leds beginnen bij +/- 1.1V en blauwe leds opereren bij een spanning tot 3.5V.
Voorschakelweerstanden
De meeste leds kunnen aangestuurd worden met stromen tot 20mA continue. Wanneer er meer stroom door de led gestuurd wordt zal de led doorbranden. Omdat een led feitelijk een diode is heeft deze geen eigen stroombeperkende werking. Dit betekent dat wanneer de led wordt aangesloten op een ideale spanningsbron er voor korte tijd een onbegrenste stroom zal lopen en de led door zal branden. In de praktijk zal de stroom beperkt worden door de inwendige weerstand van de spanningsbron. In geval van een knoopcel is dit vaak voldoende om de led binnen veilige grenzen aan te sturen, maar wanneer een sterkere voeding wordt gebruikt zal de stroom snel te groot worden.
Om te voorkomen dat de led doorbrandt zal er een stroombegrenzer gebruikt moeten worden. In de meeste gevallen is een weerstand hier de eenvoudigste oplossing. De tweede wet van Kirchhoff leert ons dat de som van de spanning over de weerstand en de spanning over de led gelijk is aan de voedingsspanning. Dit betekent dat de spanning over de weerstand als volgt is: UR = Uvoeding - Uled.
De eerste wet van Kirchhoff vertelt ons dat in onze onvertakte schakeling de stromen overal gelijk zijn. De stroom door de led is dus gelijk aan die van de voorschakelweerstand. De weerstandswaarde van de voorschakelweerstand is dan R = (Uvoeding - Uled) / I.
Voor een rode led met werkingsspanning van 2.0V, een 5V voedingsspanning en een gewenste stroom van 20mA levert dit het volgende getallenvoorbeeld op: R = (5 - 2)V / 0.02A = 150Ω.
Datasheets
Een overzicht van verzamelde datasheets, behorend bij verschillende projecten en onderwerpen.